formeel

{{formeel}}{{/term}}

1 [m.b.t. de vorm] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 formel 〈v.: formelle〉; 〈bijwoord〉 formellement

2 [vormelijk, conventioneel] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 compassé

3 [plechtig, officieel] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 officiel 〈v.: officielle〉; 〈bijwoord〉 officiellement

4 [duidelijk] 〈bijwoord〉 formellement

♦voorbeelden:

1   formeel heeft u gelijk • formellement, vous avez raison

2   formeel gedrag • attitude formaliste

3   een formeel aanzoek • une demande officielle

     formeel protest aantekenen • rédiger une protestation dans les formes

4   hij heeft het hem formeel geweigerd • il le lui a formellement refusé

Deens-Russisch woordenboek. 2015.